Goed slapen kun je leren!
Een nacht slecht slapen, kent iedereen wel. Je bent de volgende dag moe, maar je komt de dag wel door. Je gaat 's avonds vroeg naar bed, slaapt als een roos en de dag erna sta je niet meer stil bij die ene nacht slechte slaap. Maar wat gebeurt er als je de volgende nacht weer niet goed kunt slapen en dit mogelijk dagen of weken aanhoudt? Je raakt extreem vermoeid, je kunt je slecht concentreren op het werk of op school, je bent snel geïrriteerd, je voelt je somber en misschien ook wel angstig over de nachten die gaan komen en over de toekomst. Je vraagt bij jezelf af: wat is er mis met mijn slaap-waakritme? Je zoekt informatie op het internet, maar door de hoeveelheid informatie zie je door de bomen het bos niet meer. Het roept vragen op: Waar moet ik beginnen? Wat is op mij van toepassing? Wat zal werken? Uiteindelijk bel je de huisarts, omdat het je te veel wordt en je hoopt dat deze het antwoord weet op jouw probleem. Die schrijft in de meeste gevallen slaapmedicatie voor.
Het krijgen van slaapmedicatie voelt misschien wel als een opluchting. In het begin werkt het goed, maar uiteindelijk worden de effecten steeds minder sterk. En slaap je vaak weer net zo slecht als voor het gebruik van de slaapmedicatie. Daarbij krijg je misschien ook nog eens last van vervelende bijwerkingen. In je hoofd gaat, vaak onbewust, de gedachte rond dat je de slaapmedicatie nodig hebt voor een goede nachtrust. Je lichaam is er ook gewend aan geraakt door het verslavende effect van slaapmiddelen. Of wanneer de slaapmedicatie nog effect heeft, komt de gedachte bij je op: nu kan ik wel weer zonder. Maar bij langer gebruik wordt de slaap soms nog slechter als je met de slaapmedicatie stopt. Om deze redenen is het verstandiger om slaapmedicatie incidenteel te gebruiken, bijvoorbeeld één keer in de week of slechts enkele keren in de maand.
Wist je dat je niet de enige bent die last heeft van dit probleem?
Uit onderzoek is gebleken dat één op de vier Nederlanders problemen heeft met in slaap vallen, doorslapen of te vroeg wakker worden. En dat maar liefst één op de tien mensen langer dan drie maanden slaapklachten heeft, zodat er sprake is van chronische slapeloosheid (insomnie).
Het kan zijn dat je langs een slaapcentrum bent geweest, waar je één of meerdere nachten was aangesloten aan technisch hoogwaardige apparatuur, om jouw slaap-waakpatroon te registreren en te analyseren. In 50% van deze onderzoeken kan er geen verklaring worden gevonden voor de oorzaak van het slaapprobleem. Waar er wel een afwijkend patroon wordt gevonden is er dikwijls nog geen oplossing voorhanden omdat de oorzaak van de slapeloosheid niet wordt gevonden. Uit de praktijk blijkt dat bij minstens de helft van de slechte slapers het slaappatroon niet wezenlijk verschilt van goede slapers.
Uit onderzoek is verder gebleken dat een cognitieve gedragsbenadering het meest effectief is om de slaap te verbeteren en ook goede effecten heeft op de lange termijn. Daarnaast blijkt persoonlijke begeleiding meer resultaat op te leveren dan via een online benadering. De cognitieve gedragsbenadering richt zich op verschillende aspecten van de slaap: bed- en slaapgewoontes, leren ontspannen en vooral het veranderen van je eigen gedachten over slaap. Met deze veranderingen leer je om weer goed te slapen.
Britt biedt een training aan die gebruik maakt van de cognitieve gedragsbenadering
De training bestaat uit zes tot tien sessies, die wekelijks plaatsvinden. In deze sessies krijg je inzicht in het verloop en de samenstelling van je eigen slaappatroon en de factoren die deze verstoren. Hiervoor gebruikt Britt verschillende interventies die wetenschappelijk effectief zijn gebleken. Stapsgewijs word je begeleid. In elke sessie wordt het geleerde aan de eigen slaapproblematiek getoetst en wordt de voortgang geëvalueerd. De persoonlijke begeleiding zorgt ervoor dat de training op jouw wensen en behoeften wordt af- en bijgesteld, wat een stimulans is gebleken om tot een bevredigend resultaat te komen.
Na het afronden van de training zal er eventueel na een aantal weken nog een follow-up plaatsvinden om het geleerde nog een keer te herhalen en mogelijke moeilijkheden te bespreken. Na deze training heeft de cliënt vele handvatten om zelf het slaapprobleem aan te pakken mocht het slaapprobleem in de toekomst zich weer voordoen.